Eeneiige tweelingbroertjes liggen hand in hand te slapen.

Wat een verrassing, je bent zwanger van een eeneiige tweeling! Misschien schrik je en moet je even aan het idee wennen. De kans dat je een eeneiige tweeling krijgt, is klein. Deze bijzondere vorm van zwangerschap verloopt vaak net wat anders dan bij een eenling. Hoe ontstaat een eeneiige tweeling en wat kan je verwachten?

Wat is een eeneiige tweeling?

Bij een eeneiige tweeling splitst één bevruchte eicel zich in tweeën, waarbij twee verschillende embryo’s ontstaan. Dit gebeurt bij ongeveer 1 op de 330 zwangerschappen. De baby’s komen uit dezelfde eicel en zaadcel en hebben vrijwel hetzelfde DNA. Hierdoor lijken ze veel op elkaar en zijn ze altijd van hetzelfde geslacht. Daarom wordt een eeneiige tweeling ook wel een identieke tweeling genoemd.

Hoe ontstaat een eeneiige tweeling?

Het leven van een baby ontstaat wanneer een eicel bevrucht wordt door een zaadcel. De bevruchte eicel deelt zich eerst tot twee cellen, daarna in vier cellen, acht cellen enzovoorts. Door deze celdelingen groeit het uit tot een klompje cellen. Hieruit ontwikkelt zich een embryo met een placenta en vruchtvliezen.

Een eeneiige tweeling ontstaat wanneer de bevruchte eicel zich tijdens de reis door de eileider splitst in twee identieke celklompjes, die zich apart verder blijven ontwikkelen. Dit gebeurt vroeg in de ontwikkeling tot embryo, tot maximaal tien dagen na de bevruchting. De twee identieke vruchtjes nestelen zich in de baarmoederwand in. Dit is het startsein van je zwangerschap: de embryo’s maken vanaf nu het zwangerschapshormoon hCG aan.

Wist je dat…
Er ook semi-identieke tweelingen bestaan? Eén eicel wordt dan door twee zaadcellen bevrucht. Van moeders kant zijn ze identiek, maar ze hebben slechts een deel van hun vaders DNA gemeen. Het is dus wel een eeneiige, maar geen identieke tweeling. Een semi-identieke tweeling kan uit een jongetje en een meisje bestaan.

Soorten tweelingen

Je baby zit in een vruchtzak met vruchtwater. Hieromheen zit een dun vlies (het amnionvlies) en daaromheen zit een dik vlies (het chorionvlies). Bij tweelingen zorgen deze vliezen voor een ’tussenschot’ tussen de baby’s. Sommige tweelingen delen vliezen met elkaar. Daardoor kan het tussenschot dik, dun of zelfs afwezig zijn, afhankelijk van welke vliezen ze delen. De volgende mogelijkheden komen voor:

1. Dik tussenschot

De baby’s hebben een eigen vruchtzak en eigen placenta. Het tussenschot tussen de baby’s is dik: het bestaat uit vier vliezen. Dit wordt een dichoriale-diamniotische zwangerschap genoemd. Dit is altijd het geval bij twee-eiige tweelingen en bij ongeveer 28 procent van de eeneiige tweelingen. De bevruchte eicel is dan binnen één tot drie dagen na de bevruchting gesplitst.

2. Dun tussenschot

De baby’s hebben elk hun eigen vruchtzak, maar het chorionvlies en de placenta delen ze. Het tussenschot is hierdoor dunner: het bestaat slechts uit de twee amnionvliezen. Dit wordt een monochoriale-diamniotische zwangerschap genoemd. Het komt voor bij eeneiige tweelingen die zich na vier tot acht dagen na de bevruchting splitsten. Dit is bij 70 procent de eeneiige tweelingen het geval.

3. Geen tussenschot

Er is geen tussenschot tussen de baby’s en ze delen samen een placenta én vruchtzak. Dit heet een monochoriale-monoamniotische zwangerschap. Deze ontstaat wanneer een bevrucht eitje zich na negen dagen of later splitst. Het komt voor bij ongeveer 2 procent van de eeneiige tweelingzwangerschappen.

Tweelingvarianten getekend
Schematische weergave van verschillende soorten tweelingen

Kans op een eeneiige tweeling

De kans dat je een eeneiige tweeling krijgt wordt niet verhoogd door erfelijkheid. Bij een twee-eiige tweeling speelt erfelijke aanleg wel een rol. Als twee-eiige tweelingen in je familie voorkomen, heb je hier dus een hogere kans op. Ook een wat hogere leeftijd van de moeder vergroot de kans op een twee-eiige tweeling. Dit is bij een eeneiige tweeling niet zo. Vruchtbaarheidsbehandelingen zoals IVF en ICSI zorgen wel voor een iets grotere kans op een eeneiige tweelingzwangerschap.

Zwanger van een eeneiige tweeling

Als je zwanger bent van een eeneiige tweeling, verloopt je zwangerschap net wat anders dan wanneer je zwanger bent van een eenling. Je zwangerschap kan op de volgende punten verschillen.

Controles

Een eeneiige tweelingzwangerschap is bijzonder, maar hoeft geen problemen te geven. Toch is het belangrijk dat jij en je baby’s extra goed in de gaten worden gehouden. Daarom sta je tijdens een tweelingzwangerschap onder toezicht van een gynaecoloog. Doen zich geen complicaties voor? Dan kom je tot je 26e week maandelijks bij hem op controle. Van 26 tot 32 weken is er elke twee weken een controlemoment en vanaf 32 weken kom je elke week. De gynaecoloog controleert je bloeddruk, je gewicht en de groei van je baby’s. Blijft de groei van (één van) je kindjes achter? Dan onderzoekt de gynaecoloog het functioneren van de placenta.

Zwangerschapsklachten

Ben je zwanger van een tweeling? Dan is de kans groot dat je eerder en intenser last krijgt van verschillende zwangerschapsklachten, zoals misselijkheid, vermoeidheid, rugklachten en vocht vasthouden. Dit komt doordat de hoeveelheid hCG in je bloed groter is dan bij een eenlingzwangerschap. Ook draag je meer gewicht met je mee en is de kans groter dat je vocht vasthoudt.

Leefstijl

Een tweelingzwangerschap vraagt veel van je lichaam. Daarom is het belangrijk dat je voldoende rust neemt. Ervaar je geen bijzondere klachten? Dan kan je in het begin van je zwangerschap de activiteiten volhouden die je voor je zwangerschap ook deed, zoals werken en sporten. Vanaf week 20 is het belangrijk om rustiger aan te gaan doen. Luister goed naar je lichaam: het draagt twee kindjes, dus het verdient extra rust. Zorg voor zo veel mogelijk slaap en zo min mogelijk stress. Dat is goed voor jou én je baby’s!

Werk en verlof

Ben je zwanger van een meerling? Dan heb je recht op minstens 20 weken zwangerschapsverlof. Hiervan kan je 8 tot 10 weken vóór je bevalling opnemen. Vanaf 8 weken voor je uitgerekende datum ben je bij een tweeling verplicht om met zwangerschapsverlof te gaan. Na de bevalling heb je recht op minstens 10 weken verlof. Hoeveel weken je nog krijgt, hangt af van het aantal weken verlof dat je voor je bevalling al hebt opgenomen. Beval je eerder dan de uitgerekende datum, dan mag je de gemiste dagen van je zwangerschapsverlof optellen bij je bevallingsverlof.

Vader met pasgeboren tweeling in armen op bed

Complicaties tijdens de zwangerschap van een eeneiige tweeling

Bij een tweelingzwangerschap is er een grotere kans op complicaties. Deelt je tweeling de vliezen of de placenta? Dan kan dat enkele risico’s hebben. Het is dus belangrijk om te weten of je tweeling dichoriaal of monochoriaal is. Dit kan door middel van een echo tot de 14e week van je zwangerschap vastgesteld worden.

Vroeggeboorte

Gemiddeld duurt een tweelingzwangerschap 36 weken. Delen je baby’s het amnionvlies en/of het chorionvlies? Dan komen je baby’s vaak nog wat eerder ter wereld: rond de 34 weken. Dit betekent dat ze prematuur zijn en ze na de geboorte worden opgenomen op de afdeling neonatologie.

Achterblijvende groei

De meeste tweelingen komen vanaf 32 weken zwangerschap minder snel in gewicht aan. De placenta heeft vanaf dan moeite om beide baby’s genoeg voeding te geven. Delen je baby’s de placenta? De kans is dan ongeveer 30 procent dat een van de baby’s achterblijft in groei. Dit komt door een ongelijke verdeling van de placenta of door een onevenwichtige bloeduitwisseling.

Tweeling transfusie syndroom (TTS)

Bij het zeldzame TTS is de bloedvoorziening en daardoor de hoeveelheid vruchtwater ongelijk verdeeld. Dit kan bij baby’s tot orgaanproblemen leiden. Ook kunnen de vliezen te vroeg breken, waardoor vroegtijdig weeën ontstaan. Merk je een plotselinge, snelle toename van je gewicht of voel je minder leven van één of beide baby’s? Neem dan contact op met je gynaecoloog.

Tweeling anemie polycythemie sequentie (TAPS)

Deze zeldzame aandoening lijkt op TTS. Het verschil met TTS is dat bij TAPS de baby’s evenveel vruchtwater hebben. Wel is er een ongelijke verdeling in het bloed. De ene baby heeft te weinig bloed en krijgt daardoor bloedarmoede, wat tot hartproblemen kan leiden. De andere baby heeft juist te dik en stroperig bloed. Dit kan zorgen voor een slechte doorbloeding van organen en trombose. Meestal merk je tijdens de zwangerschap niets van TAPS. Na de geboorte kan bij baby’s met bloedarmoede een bloedtransfusie nodig zijn. Bij baby’s met te dik bloed kan een wisseltransfusie gedaan worden om het bloed te verdunnen.

Verstrengeling van de navelstreng

Delen je baby’s een vruchtzak? De kans dat hun navelstrengen verstrengeld raken, is dan groter. Je baby’s kunnen immers om elkaar heen bewegen, waardoor knopen kunnen ontstaan.

Pasgeboren Aziatische tweeling ligt op bed

Risico’s voor de moeder

Niet alleen voor je baby’s neemt een tweelingzwangerschap risico’s met zich mee. Voor jou is zwanger zijn van een tweeling risicovoller dan zwanger zijn van slechts één baby. Heb je last van aanhoudende hoofdpijn, voel je je baby minder bewegen dan normaal of heb je veel last van duizeligheid of hartkloppingen? Neem dan contact op met je gynaecoloog. Deze klachten kunnen wijzen op de volgende complicaties:

Bloedarmoede

Tijdens een tweelingzwangerschap is het risico op bloedarmoede groter. Er zitten dan te weinig (goed werkende) rode bloedcellen in je bloed. Dit kan onder andere zorgen voor kortademigheid, duizeligheid, vermoeidheid en hartkloppingen. Tijdens controles onderzoekt de gynaecoloog regelmatig je bloed, om te controleren of je bloedarmoede hebt. Ook raadt hij je aan om, naast foliumzuur, ook ijzertabletten te slikken. Deze supplementen helpen bloedarmoede tegen te gaan.

Hoge bloeddruk

Een hoge bloeddruk komt vaker voor bij een tweelingzwangerschap. Vooral in de tweede helft van je zwangerschap kan deze complicatie optreden. Een hoge bloeddruk kan ervoor zorgen dat je nieren en lever tijdelijk minder goed werken. Ook kan de bloedtoevoer naar de placenta afnemen. Van een hoge bloeddruk merk je meestal niets. Daarom zal de gynaecoloog uit voorzorg bij ieder bezoek je bloeddruk controleren.

Wist je dat…
Er in 2015 een eeneiige tweeling 18 dagen na elkaar geboren werd? De broertjes Link en Logan deelden een placenta en bleken aan TTS te lijden. Link werd daarom al na 23 weken zwangerschap geboren, terwijl Logan nog 18 dagen in de baarmoeder kon doorgroeien.

Bevallen van een tweeling

Een tweelingbevalling vindt altijd plaats in het ziekenhuis, onder begeleiding van een gynaecoloog. Soms krijg je uit voorzorg een infuus voor extra weeënstimulatie. Je baarmoeder is verder uitgerekt dan bij een eenlingzwangerschap. Daarom kan deze minder goed samentrekken. Extra stimulatie kan daarom nodig zijn. Vaak is een natuurlijke tweelingbevalling mogelijk. Wel is de kans op een keizersnede groter dan bij een eenlingbevalling, bijvoorbeeld door een ongunstige ligging van de baby’s.