Zwangere vrouw heeft last van bekkeninstabiliteit tijdens haar zwangerschap

Bij bekkeninstabiliteit bewegen de bekkengewrichten te veel. Er wordt daardoor te veel gevraagd van de bekkenspieren en -banden. Dit kan voor pijnklachten zorgen tijdens en na de zwangerschap. Wat is de oorzaak van bekkeninstabiliteit? En wat kan je ertegen doen?

Wat is bekkeninstabiliteit?

Bij bekkeninstabiliteit bewegen de botten van je bekken te veel. Hierdoor kan je bekkenpijn krijgen. Je kan het bekken zien als een ring die uit drie botdelen bestaat. Deze botdelen zijn met elkaar verbonden door gewrichten en gewrichtsbanden.

Zwangerschapshormonen zorgen ervoor dat deze gewrichten en gewrichtsbanden soepeler en rekbaarder worden. Ook de druk van je groeiende baarmoeder op je bekken kan hier de oorzaak van zijn. Net als de verandering in je houding door je grote buik. Soepele gewrichten en banden zijn wel zo prettig voor je bevalling. Je baby moet namelijk door het bekken naar buiten komen.

Door het soepel worden van de banden en gewrichten en de druk op je bekken kan bekkenpijn ontstaan. Het kan gebeuren dat het bekken zo soepel wordt dat de botdelen in het bekken wat gaan verschuiven. Zijn de spieren eromheen dan niet sterk genoeg om alles stevig te houden? Dan kan je last krijgen van bekkeninstabiliteit. De steunfunctie van het bekken is hierbij afgenomen.

Hoe vaak komt het voor?

Van alle zwangere vrouwen heeft 50 procent nooit last van bekkenpijn. 40 tot 45 procent heeft af en toe een beetje last. De laatste groep (5 tot 10 procent) heeft veel last van bekkenpijn door bekkeninstabiliteit. Het zorgt bij hen voor zoveel klachten, dat ze hun gewone dagelijkse bezigheden minder goed kunnen doen.

Symptomen bekkeninstabiliteit

Iedere vrouw voelt de klachten en pijn bij bekkeninstabiliteit op een andere manier. De klachten die bij bekkeninstabiliteit het meest voorkomen zijn vermoeidheid en pijn.

Vermoeidheid

Als je last hebt van bekkeninstabiliteit word je vaak wat sneller moe. Deze vermoeidheid ontstaat vooral als je lang in dezelfde positie staat, zit of ligt, of als je slentert. Flink doorwandelen zorgt vaak minder voor klachten.

De vermoeidheid kan ervoor zorgen dat je langzamer herstelt van beweging. Een uurtje winkelen kan al betekenen dat je de volgende dag meer pijn hebt dan normaal.

Pijn en startpijn

Bekkeninstabiliteit kan voor pijnklachten zorgen op de volgende plaatsen:

  • Op of rond het schaambeen
  • In je liezen en vagina
  • Links en rechts in de onderrug
  • Rond je stuitje en billen
  • Aan de zijkant, binnenkant of achterkant van de bovenbenen

Bekkenpijn heeft als kenmerk dat je meestal bij het starten van een beweging pijn hebt. Denk bijvoorbeeld aan het opstaan uit een stoel. Deze pijn wordt startpijn genoemd.

Bekkencheck

Heb je last van bovenstaande klachten en twijfel je of je de hulp van een fysiotherapeut kan gebruiken? Doe dan de Bekkencheck. Deze tool is ontwikkeld door bekkenfysiotherapeuten en geeft je een advies op basis van je klachten. Zo kan je direct wat aan je klachten doen, ook wanneer je niet naar de fysiotherapeut toe wil of kan.
Naar de Bekkencheck>>

Bekkeninstabiliteit tijdens de zwangerschap

Ben je voor het eerst zwanger? Dan kan je vanaf het tweede trimester van je zwangerschap last krijgen van klachten door bekkeninstabiliteit. Hoe langer je zwanger bent, hoe erger de klachten kunnen worden.

Bij een tweede of latere zwangerschap is de kans groot dat je eerder last krijgt van bekkeninstabiliteit. Door je vorige zwangerschap(pen) begint de versoepeling rond het bekken namelijk sneller. Wel weet je nu waarschijnlijk beter hoe je met de klachten om kan gaan. Hierdoor kan je er eerder wat aan doen.

Bekkeninstabiliteit en bevalling

Heb je last van bekkeninstabiliteit tijdens je zwangerschap? Dan ben je misschien bang dat dit voor meer pijn zorgt tijdens je bevalling. Gelukkig hoeft dit niet zo te zijn. Bij bekkeninstabiliteit mag je gewoon thuis of poliklinisch in het ziekenhuis bevallen.

Is de pijn zo heftig dat je bijna je bed niet uit komt? Dan kan je verloskundige of gynaecoloog het advies geven om de bevalling wat eerder in te leiden. Door het vele liggen worden je spieren namelijk steeds zwakker. Door iets eerder in te leiden, begin je met zo sterk mogelijke spieren aan je bevalling. Er is alleen geen bewijs voor dat het herstel na de bevalling dan sneller gaat.

Wanneer je last hebt van bekkeninstabiliteit, kan het helpen om tijdens je zwangerschap oefeningen voor je bekkenbodem te doen. Zo worden je spieren sterker, wat de bevalling makkelijker kan maken. Ook is het belangrijk om goed op je houding te letten tijdens de bevalling. Je gynaecoloog of verloskundige kan je helpen bij het vinden van een prettige bevalhouding. Daarnaast kan bevallen in bad de klachten van bekkeninstabiliteit tijdens je bevalling minder maken.

Bekkeninstabiliteit na bevalling

Het is ook mogelijk dat je pas na je bevalling last krijgt van bekkeninstabiliteit. De banden zijn dan te ver opgerekt tijdens de bevalling. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je baby in stuitligging lag in het geboortekanaal.

Genezen van bekkeninstabiliteit

Na de bevalling ben je niet gelijk van je klachten af. Zijn de zwangerschapshormonen uit je lichaam verdwenen? Dan duurt het nog een tijd voordat je bekken weer zijn oude stevigheid terug heeft. Ook komt er na je bevalling meer druk op je bekken door het tillen en dragen van je kindje.

Daarom kan het een half jaar tot een jaar duren voordat je klachten van bekkeninstabiliteit helemaal verdwenen zijn. Wanneer je ongesteld bent, stress hebt of moe bent, kunnen de klachten weer tijdelijk erger worden. Bij heel hevige pijn komt het soms voor dat bekkeninstabiliteit na je zwangerschap maar voor een deel of helemaal niet overgaat.

Bewegen bij bekkeninstabiliteit

Tegen bekkeninstabiliteit zelf kan je niks doen. Er zijn helaas geen medicijnen om het weg te nemen. Wel kan je invloed hebben op de pijnklachten die het veroorzaakt.

Daarbij is het goed om je bewust te zijn van de activiteiten die pijn geven. Wanneer je deze voorkomt of aanpast, kan je pijnklachten voorkomen of lichter maken. Hieronder lees je waar je aan kan denken bij verschillende bewegingen:

  • Staan. Zorg dat je voeten iets naar buiten gericht zijn en je gewicht verdeeld is over je beide benen.
    Zitten. Let erop dat je recht zit, met je voeten recht onder je knieën.
  • In bed stappen. Ga eerst op de rand van het bed zitten voordat je in bed stapt.
  • Uit bed stappen. Rol eerst op je zij en breng je benen buiten het bed. Gebruik dan je armen om je omhoog te duwen tot je weer recht op de rand van het bed zit.
  • Liggen. Je kan het beste op je zij liggen, met je benen gebogen op elkaar. Als je wil, kan je een kussen tussen je benen leggen.
  • Omdraaien. Gladde lakens en glad nachtgoed zorgen voor minder weerstand bij het bewegen in bed. Hierdoor hoef je minder kracht te zetten bij het omdraaien.
  • Lopen. Loop niet te ver of te lang en maak kleine pasjes. Grote passen zijn extra zwaar voor je bekken.
  • Traplopen. Je kan het beste zo min mogelijk traplopen. Maak gebruik van de leuning als het niet anders kan.
  • Tillen en bukken. Voorkom tillen en bukken zoveel mogelijk. Kan het niet anders? Ga dan eerst door je knieën en til met een rechte rug vanuit je benen en armen.
  • Fietsen. Fietsen is vaak minder zwaar dan lopen. Zet je fietszadel wel wat lager. Hierdoor maak je de fietsbeweging meer met je benen en beweegt je bekken minder.
  • Autorijden. Pas op met snelle bewegingen tijdens het autorijden, zoals plotseling remmen. Zulke bewegingen kunnen pijnlijk en moeilijk zijn, en daardoor gevaarlijk.
  • Vrijen. Kies voor een standje waarbij zo min mogelijk gewicht op je bekken en benen komt te staan. De zijligging of op handen en knieën zijn hiervoor geschikte houdingen.

Tips bij bekkeninstabiliteit

Heb je last van pijn in je bekken door bekkeninstabiliteit? De volgende tips kunnen helpen om de klachten lichter te maken of om met de klachten om te gaan.

  • Probeer te blijven bewegen. Wanneer je veel pijn hebt, beweeg je misschien het liefst niet. Toch is beweging goed voor het sterk houden van je spieren. Maar ga niet over je pijngrenzen heen. Als je dit vaak doet, kan het de klachten erger maken.
  • Luister naar je lichaam. Het is belangrijk dat je ontdekt wat je lichaam aan kan. Merk je dat je na beweging veel tijd nodig hebt om te herstellen? Beweeg dan de volgende keer wat korter, om te zien of de pijn dan sneller verdwijnt.
  • Vraag om hulp. Bij bekkeninstabiliteit is rust net zo belangrijk als beweging. Wees daarom niet bang om familie en vrienden om hulp te vragen bij bijvoorbeeld het huishouden. Ook in de kraamtijd kan extra hulp naast de kraamverzorgende goed van pas komen.
  • Draag een buikband. Je kan je verloskundige of bekkenfysiotherapeut vragen of het zin heeft om een zwangerschapsband te dragen. Bij sommige vrouwen vermindert zo’n band de klachten. Draag liever geen buikband zonder eerst te overleggen met een deskundige.
  • Praat erover met een arts. Heb je erg veel last van klachten? Praat er dan over met je verloskundige of huisarts. Deze kan je vertellen wat voor ondersteuning mogelijk is op je werk en thuis. Ook kan deze je zo nodig doorverwijzen naar een revalidatiearts.
  • Zoek contact met lotgenoten. Bekkeninstabiliteit tijdens je zwangerschap kan behoorlijk zwaar zijn. Erover praten met vrouwen die hetzelfde meemaken, is vaak fijn. Meld je daarvoor bijvoorbeeld aan op ons forum.
  • Geef het de tijd. Meestal verdwijnen de klachten door bekkeninstabiliteit vanzelf. Dit kan wel lang duren, tot ongeveer een jaar. Probeer geduldig te zijn en niet te veel van je lichaam te vragen. Zo help je jouw lichaam bij het herstel.