Tweeling geboren met het tweeling transfusie syndroom, TTS, ligt dicht tegen elkaar aan

Bij tweelingzwangerschappen kunnen eerder complicaties ontstaan. Wanneer je een eeneiige tweeling verwacht, kan het tweeling transfusie syndroom, ofwel TTS, ontstaan. Dit is een ernstig probleem. Wat is TTS precies en wat zijn de behandelmogelijkheden?

Samenvatting

  • Het tweeling transfusie syndroom (TTS) is een ernstige aandoening die alleen bij eeneiige tweelingen voorkomt
  • Bij dit syndroom is de hoeveelheid vruchtwater en bloed ongelijk verdeeld tussen beide foetussen
  • Er zijn verschillende behandelopties voor dit syndroom

Tweelingzwangerschappen

Wanneer je in verwachting bent van een tweeling, kan deze eeneiig of twee-eiig zijn. Twee-eiige tweelingen hebben allebei een eigen placenta en vruchtzak.

Van de eeneiige tweelingen heeft een derde ook een eigen placenta en vruchtzak. Twee derde van de eeneiige tweelingen deelt echter één placenta. Heel soms delen tweelingen naast de placenta ook de vruchtzak. Hieronder zie je hoe de verschillende tweelingvarianten in je buik zitten.

Tweelingvarianten, waarvan bij twee TTS kan ontstaan
De verschillende varianten van een tweelingzwangerschap

Bij eeneiige tweelingen die hun placenta delen, kan het Tweeling Transfusie Syndroom (TTS) ontstaan. De kans hierop is ongeveer 15%. Delen de foetussen niet alleen de placenta, maar ook de vruchtzak, dan is de kans op TTS 6%. Tussen de 16e en 26e zwangerschapsweek is de kans op het ontwikkelen van dit syndroom het grootst.

Wat is het tweeling transfusie syndroom (TTS)?

Bij het tweeling transfusie syndroom gaat het mis in de placenta. Maar hoe werkt een placenta ook alweer? In de moederkoek zitten veel bloedvaten. Deze zorgen ervoor dat je baby en jij met elkaar verbonden zijn, zodat je kindje zuurstof en voedingsstoffen krijgt van jou.

Bij tweelingen die een placenta delen, zijn er naast verbindingen met jou, ook verbindingen tussen de bloedvaten van beide foetussen. Hierdoor zijn hun bloedsomlopen met elkaar verbonden. Ze kunnen elkaar dus bloed ‘geven’. Als dit in balans is en ze allebei ongeveer evenveel bloed geven als ontvangen, is er geen probleem.

Bij TTS zijn er ongunstige bloedvatverbindingen en stroomt het bloed vooral één richting op. De ene foetus, de donor, geeft als het ware een bloedtransfusie aan de ander, de ontvanger. Dit heeft een aantal gevolgen:

  • De donor houdt weinig bloed over, waardoor hij minder gaat plassen en zijn hoeveelheid vruchtwater afneemt.
  • De ontvanger krijgt juist veel bloed te verwerken, waardoor hij meer gaat uitplassen en zijn hoeveelheid vruchtwater toeneemt.

Dit kan bij allebei tot problemen van de nieren en de blaas leiden. Doordat de hoeveelheid vruchtwater snel toeneemt en tegen de vliezen drukt, kunnen de vliezen te vroeg breken en kunnen weeën ontstaan.

Daarnaast kan de grote hoeveelheid bloed bij de ontvanger voor een overbelast hart zorgen. Door het tekort aan bloed en vruchtwater kan ook de donor erg ziek worden. Deze kan door het tekort aan vruchtwater klem komen te zitten in zijn eigen vruchtzak. In onderstaande afbeelding zie je hoe deze effecten zich uiten bij beide foetussen.

Illustratie van tweeling die lijdt aan het tweeling transfusie syndroom (TTS)
Gaultier Scientific Illustrations, geplaatst met toestemming van het foetaal behandelcentrum LUMC

Symptomen TTS

Er zijn verschillende klachten en alarmsignalen die op TTS kunnen wijzen. Als je zwanger bent van een eeneiige tweeling en je een of meer van deze signalen opmerkt, neem dan contact opnemen met je gynaecoloog.

Diagnose TTS

TTS wordt vastgesteld door middel van echografie. Bij de echo wordt naar de volgende dingen gekeken:

  • De hoeveelheid vruchtwater en de verdeling hiervan
  • De blaasvulling van de foetussen
  • De bloedstromen tussen de twee baby’s
  • Vochtophoping bij de ontvanger, doordat het vele bloed niet verwerkt kan worden
  • De groei van beide foetussen

TTS komt in verschillende gradaties voor en wordt op basis van bovenstaande punten ingedeeld in stadium één tot en met vijf. Stadium één is het mildst en stadium vijf het ernstigst. Als bij jouw baby’s TTS is vastgesteld, krijg je wekelijks een echo bij de gynaecoloog. Zo worden je baby’s goed in de gaten gehouden. Ook word je verwezen naar het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Dit is het expertisecentrum in Nederland op het gebied van TTS.

Behandeling TTS

Het tweeling transfusie syndroom kan op verschillende manieren behandeld worden. Afhankelijk van de zwangerschapsduur en de ernst van het syndroom, bekijkt de gynaecoloog samen met jou welke behandeling het beste is. Hieronder vind je de verschillende opties.

Afwachten

Wanneer de TTS nog mild is, kan je ervoor kiezen het natuurlijk beloop af te wachten. Met zorgvuldige controles worden je baby’s in de gaten gehouden. Soms kan spontane verbetering optreden, maar vaak is later ingrijpen toch nodig.

Laserbehandeling

Met laserbehandeling wordt de oorzaak aangepakt. Via een kijkoperatie wordt TTS in de baarmoeder behandeld. De verbindende bloedvaten tussen je baby’s worden met een laser doorgebrand, waardoor de placenta als het ware in tweeën verdeeld wordt. Ze gebruiken dan ieder een eigen deel van de placenta. Hun bloedsomlopen zijn namelijk niet meer met elkaar verbonden.

De kans dat de TTS terugkomt is daarna nog maar 1%. Wel is er 10% kans op het breken van de vliezen en bestaat de kans dat de operatie niet volledig slaagt. Toch is dit momenteel de behandeling van eerste keus voor TTS, omdat beide kinderen hiermee gered kunnen worden.

Ontlastende vruchtwaterpuncties

Met herhaalde vruchtwaterpuncties kan je de symptomen bestrijden. Door verschillende keren vruchtwater weg te laten zuigen uit de vruchtzak van de ontvanger, neemt de spanning op je buikwand af. Hierdoor wordt het risico op een voortijdige bevalling kleiner. Er is een kleine kans van 1% dat de vliezen breken tijdens deze behandeling. Een vruchtwaterpunctie is vaak meerdere keren nodig, omdat het vruchtwater van de ontvanger snel weer kan toenemen.

Navelstrengcoagulatie

Soms is een van de foetussen erg ziek door de TTS, terwijl de ander nog gezond is. Overlijdt de zieke foetus in je buik, dan is dat schadelijk voor de ander. Deze kan via de bloedvatverbindingen veel bloed verliezen dat naar de overleden foetus stroomt. De gezonde foetus kan dan ook in levensgevaar komen.

Om dit te voorkomen kan de navelstreng van de zieke foetus dichtgemaakt worden. Deze overlijdt dan, maar het bloed van de gezonde foetus kan niet meer naar de overleden foetus stromen. Zo heeft de gezonde foetus in ieder geval een betere kans op overleving.

Zwangerschapsafbreking

Helaas komt het soms voor dat beide foetussen zo ziek zijn door het tweeling transfusie syndroom dat de kans groot is dat ze overlijden of met ernstige handicaps geboren worden. De kwaliteit van leven kan dan erg laag zijn. Om die reden kan je besluiten de zwangerschap af te breken.

Lees meer over de behandelopties op de site van het LUMC.

Prognose van TTS

TTS is een ernstige aandoening, waarbij de kans op een vroeggeboorte en overlijden van de tweeling aanwezig is. Gelukkig worden de behandelopties steeds beter. De overlevingskansen verschillen per behandeling. Hieronder een overzicht per behandelingsvorm.

Kans dat... Laserbehandeling Vruchtwaterpuncties Navelstrengcoagulatie
Beide kinderen overleven 64% 52% 0%
Eén kind overleeft 85% 18% 85%
Geen van beiden overleeft 15% 30% 15%

Bij kinderen die overleven, bestaat een kans op hersenschade. Hoe ernstig dit is, verschilt. Na een laserbehandeling heeft 6% van de kinderen dit, na herhaalde vruchtwaterpuncties 16%.

Zwanger zijn van een TTS tweeling is heftig. Je hebt veel zorgen en kan voor moeilijke keuzes komen te staan. Bespreek je angsten en zorgen met je gynaecoloog en andere zorgverleners. Zij kunnen je begeleiden in deze moeilijke periode.

Nazorg

Na de geboorte krijg je nazorg. Je kinderen blijven nog een tijd onder controle bij een gespecialiseerde kinderarts. Ook voor jou en je partner is er aandacht voor nazorg. Zwanger zijn van een TTS-tweeling is moeilijk en kan voor psychische klachten zorgen, zeker wanneer het niet goed afloopt. Vaak wordt in het behandeltraject ook een maatschappelijk werker en psycholoog betrokken. Zij kunnen je helpen om wat er gebeurd is een plek te geven.