Verdrietig koppel bespreekt de kans op een miskraam

Als je in verwachting bent, wil je liever niet nadenken over de mogelijkheid dat het mis gaat. Gelukkig is de kans op een miskraam relatief klein, zeker wanneer je het eerste trimester voorbij bent. Wat is precies de kans op een miskraam en welke factoren spelen hierbij een rol?

Wat is een miskraam?

Een miskraam is het ongewenst voortijdig eindigen van een zwangerschap, na een zwangerschapsduur van minder dan 20 weken. Tussen 20 en 24 weken is er in officiële termen sprake van een ontijdige geboorte.

Bij een miskraam stopt het hartje met kloppen. Je lichaam stoot het vruchtje af. Dit kan gepaard gaan met krampen en het verliezen van bloed en stolsels. Soms komt een miskraam niet vanzelf op gang, dan is ingrijpen met medicatie of een curettage mogelijk. Vaak kan je echter ook kiezen om het natuurlijk verloop af te wachten. Je arts of verloskundige zal je hier verder over informeren en kijkt samen met jou wat de beste keuze is.

Meestal is een aanlegstoornis bij het embryo de oorzaak. Als dit gebeurt, is dat ontzettend verdrietig, ongeacht hoe ver je al was in de zwangerschap. Naar schatting eindigt 10-15% van de zwangerschappen in een miskraam.

Kans op een miskraam

De kans op een miskraam is afhankelijk van je situatie. Zo speelt je zwangerschapsduur een rol, hoe oud je bent en of je al eerder miskramen hebt gehad. Er zijn veel factoren die meewegen, waardoor het lastig is om de exacte kans in te schatten.

Kans op een miskraam per leeftijdscategorie

Naarmate je ouder wordt, neemt de kans op een miskraam toe. Er is dan een verhoogd risico op chromosoomafwijkingen bij je kindje, waardoor een zwangerschap voortijdig kan worden afgebroken. De kans op een miskraam in de eerste 16 weken per leeftijdscategorie vind je hieronder:

Leeftijdscategorie Kans op een miskraam
20-29 jaar 11-12%
30-34 jaar 15%
35-39 jaar 25%
40-44 jaar 51%
45 jaar en ouder 93%

Kans op een miskraam per zwangerschapsduur

In het begin van je zwangerschap heb je de grootste kans op een miskraam. Het embryo maakt dan de grootste sprongen in zijn ontwikkeling, waardoor er vaker iets mis kan gaan. Als de verloskundige rond de 8 weken een kloppend hartje vaststelt, neemt de kans op een miskraam af met 2%. Na 16 weken is de kans nog maar heel klein dat het misgaat. Hieronder vind je de kans op een miskraam per zwangerschapsduur:

Zwangerschapsduur Kans op een miskraam
0-4 weken 50%
4-6 weken 12%
7-9 weken 10%
10-12 weken 8%
12-16 weken 5-8%
Langer dan 16 weken 0,5%

Kans op een miskraam na eerdere miskraam

Na één eerdere miskraam blijft de kans op een volgende miskraam even groot. Vanaf twee eerdere miskramen neemt de kans telkens iets toe. Soms is er meer onderzoek nodig, om te zien of er een externe oorzaak is voor het optreden van herhaalde miskramen. Mogelijke oorzaken zijn bijvoorbeeld een chromosoomafwijking, hormoonstoornissen of een afwijking aan je baarmoeder.

Slechts bij 15-20% van de stellen wordt er een oorzaak gevonden voor het optreden van herhaalde miskramen. Wordt er geen oorzaak gevonden, dan is de kans dat je een volgende zwangerschap wel kan uitdragen gelukkig nog steeds relatief groot.

Leeftijd 2 eerdere miskramen 3 eerdere miskramen 4 eerdere miskamen 5 eerdere miskramen
20 8% 10% 12% 15%
25 11% 14% 18% 21%
30 16% 20% 24% 29%
35 23% 27% 32% 38%
40 31% 36% 42% 48%
45 40% 46% 52% 58%
Kans op een miskraam na herhaalde miskraam per leeftijdscategorieNVOG Richtlijn

Kans op een miskraam na IVF of ICSI

Als je zwanger bent geworden door IVF of ICSI, heb je gemiddeld een iets grotere kans op een miskraam (15-25%). Dit heeft er vooral mee te maken dat je vaak eerder weet dat je zwanger bent.

Na een behandeling wordt vaak eerder een zwangerschapstest gedaan dan bij een reguliere zwangerschap. Je bent je immers meer bewust van de mogelijkheid van een zwangerschap. In die eerste vier weken kan er echter nog veel misgaan. Bij een deel van deze vroege miskramen is alleen sprake van een positieve test en is geen hartactie gezien op een echo. Zonder vruchtbaarheidsbehandeling was dit waarschijnlijk niet opgemerkt.

Risicofactoren voor een miskraam

Een miskraam is meestal niet te voorkomen. Er gaat iets mis in de aanleg van het embryo, waardoor de zwangerschap wordt afgebroken. Wel zijn er een aantal factoren die de kans op een miskraam iets kunnen verhogen.

Als deze op jou van toepassing zijn en je hebt een kinderwens, dan kan het verstandig zijn je levensstijl iets aan te passen. Dit biedt nog altijd geen garantie, maar je geeft je zwangerschap zo in ieder geval de gunstigste start.

Bij je huisarts of op het kinderwens spreekuur van de verloskundige kan je bespreken hoe je zo gezond mogelijk zwanger kan worden. Deze factoren kunnen een negatieve invloed hebben op het verloop van de zwangerschap:

Zwanger worden na een miskraam

Na een miskraam kan je direct weer zwanger worden. Veel vrouwen vinden het prettig om te wachten tot ze weer ongesteld zijn geweest. Je weet dan waar je zit in je cyclus en wat je NOD is.

Een aantal weken na een miskraam kan je een vals positieve zwangerschapstest hebben. Dit komt omdat het zwangerschapshormoon HCG langzaam afbreekt, en dus nog in je lichaam aanwezig kan zijn.

Herhaalde miskramen

Er is sprake van herhaalde miskramen als je twee of meer afgebroken zwangerschappen hebt gehad. Het is dan mogelijk om onderzoek te laten doen naar de oorzaak. Het komt echter vaak voor dat er geen oorzaak wordt gevonden. Gelukkig is de kans dat je een volgende zwangerschap volledig kan uitdragen doorgaans nog heel groot.

Zolang er geen oorzaak wordt gevonden, is er lichamelijk gezien geen bezwaar om het opnieuw te proberen. Geestelijk kan je hier wel veel moeite mee hebben. Een miskraam is immers een ingrijpende gebeurtenis. Merk je dat je hier veel last van hebt of ben je erg angstig voor een volgende zwangerschap, bespreek dit dan met je huisarts of verloskundige.