Bevallingsverhaal
Bevallen met een vacuümpomp

Om 7.30 uur word ik wakker van een waterval tussen mijn benen. Ik weet gelijk: dit is vruchtwater! Ik prop snel het laken tussen mijn benen en huppel naar de douche. Ik dacht dat het maar 1 plens zou zijn, maar met deze hoeveelheid water kan je toch wel een klein autobrandje blussen!

Zwemmen in het vruchtwater

Jeroen is aan het trainen. Hij is al vroeg vertrokken, want we zouden daarna nog baantjes gaan zwemmen om 9.00 uur. Ik app Jeroen dat het zwemmen vandaag niets meer wordt. ‘Hoezo?’ ‘Omdat ik hier al zwem in het vruchtwater!’ Hij wil gelijk naar huis komen, maar ik zeg tegen hem dat verder alles rustig is en hij niet direct naar huis hoeft te komen. Het kan tenslotte nog wel 24 uur duren voordat er wat gebeurt.

De eerste weeën

Om 8.15 uur bel ik maar eens met de verloskundige. Ik heb al wel wat menstruatieachtige krampen, dit blijken later de eerste weeën te zijn. Ik krijg te horen dat, zolang het gaat, ik gewoon lekker mijn ding moet doen. Het is voor de vordering van de weeën goed om in beweging te blijven. Ze belooft in de loop van de ochtend langs te komen. Intussen zijn de handdoeken niet aan te slepen, het vruchtwater blijft maar lopen. Ik loop met een handdoek tussen mijn benen wat door het huis en probeer wat op te ruimen om mijn gedachten te kunnen verzetten.

Rond 10.00 uur is de verloskundige er, dan heb ik al even weeën. Het is vol te houden, tussendoor maak ik nog gewoon grapjes. Ik dacht nog: dit is goed te doen. (Die gedachte was ik later op de dag wel kwijt kan ik je vertellen, haha.) Ik lig beneden op de bank als zij kijkt hoeveel ontsluiting ik heb: 2 centimeter al. Dat is een goed begin. Ze gaat weer en is rond 13.30 uur weer bij ons om te kijken hoe de ontsluiting is gevorderd. Als het te zwaar is of als ik eerder steun nodig heb, dan mag ik haar bellen zodat ze eerder komt.

De weeën worden heftiger

Om half 1 zijn de weeën al zo heftig dat ik niet meer weet hoe ik moet liggen, zitten of staan. Jeroen laat mij lekker mijn ding doen, ik focus me op de weeën. Ik ga een tijdje onder de douche staan. Dit is even prettig, maar dan wil ik toch liggen. Ik weet alleen niet hoe… Ik heb nu ook weeën in mijn benen. Ik besluit om de verloskundige te bellen om te vragen of ze eerder kan komen. Ze is er rond 13.10 uur.

Ik probeer de pijn van de weeën weg te puffen, maar ik haal tussendoor te vaak adem waardoor ik bijna ga hyperventileren. Al die maanden naar de ZwangerFit Cursus geweest, maar nu op het moment suprème ben ik even vergeten hoe ik moet puffen! Gelukkig gaat het beter met het advies van de verloskundige en merk ik gelijk dat ik de weeën makkelijker op kan vangen met de juiste puftechniek. Kom maar op met die weeën!

‘Ik doe dit echt nooit weer!’

Ik blijk inmiddels al 5 cm ontsluiting te hebben! Dus nu gaan we in rap tempo naar het ziekenhuis. Benen bij elkaar en in de auto zien te stappen. Daar plof ik neer op een vuilniszak met een gezellig strandlaken er op. Bij het ziekenhuis aangekomen, rijden we rondjes voor een parkeerplek. Hier word ik niet vrolijk van… Eindelijk een plek gevonden en ik word in een rolstoel gezet. Niet zo’n luxe met dikke luchtbanden, maar een basic ding dat lekker trilt over de klinkers van de parkeerplaats. Niet fijn! Eenmaal binnen rijden we met z’n drietjes door het ziekenhuis. Ik met mijn dikke buik al puffend in de rolstoel, proberend de blikken van mensen te ontwijken. Awkward!

In de kraamsuite staat een klein wiegje. Ik kijk ernaar en kan me niet voorstellen dat daar straks ons kleintje ligt, maar het is toch echt zo! Ik ga onder de douche staan. Zitten wil ik niet, want ik heb de weeën nu ook in mijn rug. Ik sta onder de hete douche en wieg wat heen en weer. Dat is momenteel het prettigst. Jeroen staat toe te kijken en ik denk alleen maar: wat een hel, ik doe dit echt nooit weer! Hoe geweldig het moederschap ook is, dit dus never nooit meer! Jeroen heeft nog niets gegeten en gaat even naar beneden om wat te eten. Als hij terugkomt, kan ik ruiken dat hij een saucijzenbroodje heeft gehad. Mijn reukvermogen is echt gigantisch!

Persen op eigen kracht

Vlak voor 15.00 uur blijk ik al volledige ontsluiting te hebben! Ik mag gaan persen zegt de verloskundige. Maar hoe? Daar moet je toch persweeën voor hebben? Die heb ik niet… en nu? We moeten het op eigen kracht proberen. Eerst op de baarkruk. Jeroen zit achter mij en ik kan lekker in zijn armen leunen tussen de weeën door. Op een gegeven moment ruik ik ‘wat’ en probeer me te focussen op wat anders, maar ik zie alleen maar een grote drol in mijn gedachten.

De tijd tussen de weeën neemt toe dus het schiet niet echt op, daarom krijg ik weeënopwekkers. Nu is het ineens een medische bevalling geworden. De verloskundige van het ziekenhuis wordt ingevlogen voor het infuus. Het prikken in de ader gaat niet in 1 keer goed, maar ik heb niet eens de puf om ernaar te kijken. Ik ben zo gefocust op het opvangen van de weeën. Omdat ik de weeën in mijn buik, rug en benen heb, weet ik niet hoe ik moet liggen van de pijn. Van de baarkruk ben ik naar het bed gegaan. Van een liggende houding naar een charmante pose op handen en voeten. Zonder enige gene, hoppa!

De weeën gaan maar door en ik probeer ze weg te puffen. Na elke wee zeg ik ‘foei!’, waar we dan ook op een gegeven moment hard om moeten lachen met z’n allen. Tijdens de wee probeer ik 3 keer te persen, alleen de derde keer lukt niet altijd omdat ik dan geen energie meer heb. Als het niet lukt die derde keer zeg ik ‘sorry’. Dat slaat natuurlijk nergens op, maar ik wil het zo graag goed (en vooral snel!) doen.

‘Het gaat de goede kant op’

Het begint nu wel een beetje te frustreren, want bij de volledige ontsluiting dacht ik: als dat zo snel gaat dan pers ik ‘m er wel eventjes uit… Nou mooi niet dus! Ik vraag steeds hoelang het nog gaat duren. ‘Het gaat de goede kant op’, zegt ze. Maar ik wil alleen maar horen: ‘Ik zie het hoofdje, nog 1 keer persen en het is er!’ Maar helaas, dat is niet het antwoord dat ik krijg.

Ondanks de situatie is de sfeer goed . De weeënopwekkers worden opgeschroefd en het gaat de goede kant op, maar persdrang heb ik niet. Ik hoor nog zo een vriendin zeggen: ‘Als je een perswee hebt, dan weet je echt wel dat je een perswee hebt!’ Ik blijf proberen en het vordert gestaag. Inmiddels lig ik in de stijgbeugels en is de bouwlamp aangezet. Met dat licht hier zou je een voetbalstadion kunnen verlichten!

17.15 uur zien ze een klein beetje haar van de baby. Maar slechts een klein beetje… Iedereen zegt dat ik het zo goed doe, maar ja dat zeggen ze tegen iedereen. Als ik dat zeg, moeten ze lachen dat ik nog zo nuchter reageer. Voor mijn gevoel doe ik maar wat en schiet het voor geen meter op. De verloskundige grapt nog tussendoor: ‘Nou meid, je moet maar zo denken, de weg is gebaand voor een tweede’. Ik moet daar nu toch echt niet aan denken. Ik dacht nog bij mezelf: niet hoe de tweede verwekt wordt en ook niet hoe de tweede eruit moet!

Bevallen in de spotlights

Om half zes vragen ze mij of ik het nog een half uur volhoud. Wat is dat nou voor vraag? lk zal wel moeten, ik heb tenslotte weinig keus. ‘Je hebt wel keus Jolien, we kunnen je ook een handje helpen.’ ‘Hoe dan?’ ‘Met de vacuümpomp.’ Ik zeg: ‘Regel het maar, want ik voel niks gebeuren van onderen. Ik heb niet het idee dat het opschiet en ik heb al helemaal niet het idee dat ik het op eigen kracht ga redden in een half uur.’

De gynaecoloog wordt er bij gehaald rond 17.45 uur en dan staat ook ineens de hele kamer vol, gezellig! The show must go on, liggend hier in de spotlights. (De spotlights had ik me toch altijd anders voorgesteld…) De vacuümpomp is geen gootsteenontstopper zoals ik mij had ingebeeld, maar een soort fietsbel met een lange kabel. Ik zie van alles om me heen en ik laat het maar gebeuren. Ik durf niet eens te vragen of ik geknipt ga worden, ik zie het wel. Ik ben al lang blij dat het einde in zicht is en ons kindje er straks is. Gelukkig doen ze ook een hoop uit mijn zicht zodat ik mij kan concentreren.

Vulkaanuitbarsting

De vacuümpomp gaat er op en het brandt enorm. Gelukkig zit hij dan eindelijk op het hoofdje. Ik dacht dat het nu met 1 wee gebeurd zou zijn, maar er zijn nog een aantal weeën voor nodig totdat de baby er met alle kracht uitgetrokken wordt. Eerst het hoofdje en bij de volgende wee de schoudertjes en de rest. Het voelt als een vulkaanuitbarsting van onderen, waarbij mijn doos vuur uitspuwt! Ik heb hier toch wel even wat geluid uitgestoten! Jeroen vertelde later dat mijn hoofd ook knalrood was. Die paste dus mooi bij mijn vulkaanachtige ‘onderkantje’.

Ik krijg ons kindje gelijk op mijn buik gelegd en het eerste wat ik zeg is: ‘Oh wat ben je warm!’ De baby heeft natuurlijk een temperatuur van 37 graden, duh…! De baby huilt enorm, wat een opluchting! Hij heeft natuurlijk 3 uur vastgezeten in het geboortekanaal en is met een ruk op de wereld gezet. Ik geniet van de krijsende baby op mijn borst. Na een paar minuten zegt iemand: ‘Moeten jullie niet kijken of het een jongetje of meisje is?’ Oja… We kijken en we zien een piemeltje! Vanaf nu ga je door het leven als Goos Cornelis Eltink. Goos blijft nog anderhalf uur liggen op mijn borst, met een warme deken eroverheen.

Placenta smoothie

Dan moet de placenta er nog uit. Dat gaat na wat duwen op mijn buik redelijk makkelijk. Ik wil deze wel graag even zien. Ze vragen of we hem nog mee willen hebben of dat we er misschien een smoothie van willen. Haha, bah! Daarna word ik gehecht, eerst voor de onderhuid met dik zwart draad en voor de buitenkant met dun draad. ‘Ik ga het mooi dicht maken’ zegt ze. ‘Nou liever niet dicht, want dan heb ik er niks meer aan!’

Bij elke steek voel ik dat ze daarna de draad aantrekt maar ik geef er niks om, want ik ben onze Goos aan het bewonderen en knuffelen. Ik weet meteen: deze liefde is zo intens en voor altijd! (En zoals het cliché luidt: ik was alle pijn op slag vergeten en zou het gelijk weer overdoen!)