Baby met plagiocephalie

Plagiocephalie is een afplatting aan één kant van het achterhoofd. Dit komt vaak voor bij baby’s. Wat kan je doen als je kleine een plat hoofdje heeft? En kan je het voorkomen?

Wat is plagiocephalie?

Plagiocephalie is het medische woord voor een vervormde schedel aan één kant van het achterhoofd, ook wel een scheef hoofd, een afgeplat hoofd of platkopsyndroom genoemd. Deze schedelafwijking kan voor de geboorte of in de eerste twee jaar na de geboorte ontstaan.

De redenen waarom deze vervorming ontstaat zijn in te delen in twee hoofdgroepen. Meestal ontstaat de vervorming door een bepaalde houding waarin je kind na de bevalling ligt. Dit zie je het meest bij baby’s van ongeveer 6 tot 8 weken oud. Bij de andere hoofdgroep komt plagiocephalie vooral door aangeboren oorzaken.

Een afgeplat hoofd door een bepaalde houding komt best vaak voor: bij ongeveer een op de vijf baby’s in Nederland. Als kinderen ouder worden, neemt de afplatting van het hoofd meestal vanzelf af. Soms is hier extra hulp bij nodig, vooral als de plagiocephalie hoort bij een syndroom.


Behandeling en preventie van Plagiocephalie

Ontdek de medisch bewezen behandeling voor plagiocephalie met het Mimos kussen. Dit gecertificeerde kussen bevordert de natuurlijke vorming door de druk op het hoofdje van je baby te verlichten. Zo geef je je baby meer comfort en bescherming.

Meer lezen

Hoe ontstaat plagiocephalie?

Je baby kan plagiocephalie krijgen omdat de schedel van het babyhoofd nog dun en zacht is. De schedel bestaat namelijk uit verschillende botdelen die met naden aan elkaar verbonden zijn. Dit maakt groei en beweging mogelijk. Daardoor kan je kind ook makkelijk door het geboortekanaal tijdens de bevalling. Daarnaast geeft dit de hersenen alle ruimte om snel te groeien.

Het nadeel van die ‘zachtheid’ is dat de schedel makkelijk kan vervormen als op een schedeldeel steeds dezelfde druk staat. De positie waarin je kind ligt kan hiervoor zorgen. Dit is de meest voorkomende oorzaak voor een afgeplat hoofd. Daarnaast kunnen er verschillende oorzaken zijn die echt in het lichaam van je baby zelf zitten.

Positie van je kind

Het hoofd van je kind kan dus makkelijk plat worden door invloed van buitenaf. Dit kan op de volgende manieren gebeuren.

  • Door de positie van je baby in de buik. De afplatting kan zich bijvoorbeeld ontwikkelen doordat je baby tijdens je zwangerschap met het hoofd tegen je bekken geklemd zat.
  • De bevalling zorgt voor een vervormde schedel. Als je geboortekanaal erg nauw is, kan de schedel van je baby ongelijk worden tijdens de bevalling. Ook kan je kind een scheef hoofd krijgen door de druk van een bevalling met de vacuümpomp of de verlostang.
  • Je kind heeft een voorkeurshouding. Wanneer je kind met het hoofd voor meer dan 75 procent naar dezelfde kant ligt, is er een voorkeurshouding. Dit kan leiden tot afplatting aan die kant.
  • Je baby ligt vooral op de rug. De laatste jaren slapen baby’s alleen nog op hun rug. Op die manier slapen baby’s veilig en maak je de kans op wiegendood kleiner. Doordat het slapen op de rug krijgen baby’s wel sneller plagiocephalie. Ook kan je kind een plat achterhoofd krijgen (het midden van het achterhoofd), dit noem je brachycephalie.

Als het platte hoofd ontstaat door bovenstaande zaken, dan spelen erfelijke factoren geen rol. Heeft een ouder kind van jou hierdoor al plagiocephalie gehad? Dan is de kans hierop niet groter bij een broertje of zusje. Ook niet als jij, je partner of iemand in de familie het om deze redenen als baby gehad hebben.

Lichamelijke oorzaken

Plagiocephalie kan ook ontstaan door oorzaken die in het lichaam van je baby zelf zitten. Dit is wel veel zeldzamer dan wanneer het door een verkeerde positie ontstaat. Meestal zijn dit soort oorzaken aangeboren.

  • Craniosynostose. Bij een craniosynostose sluiten de naden tussen de schedelplaten van een baby te vroeg. De schedel kan dan niet mooi rondom meegroeien met de hersenen. Zo ontstaat een afwijkende schedelvorm. Craniosynostose kan verschillende oorzaken hebben. Ook kan het een onderdeel zijn van een syndroom.
  • Demineralisatie van de schedel. Dit betekent dat er meer botafbraak dan botaanmaak in het lichaam gebeurt. Dit is bijvoorbeeld bij osteogenesis imperfecta en bij hypofosfatasie. Kinderen met deze ziektes kunnen kleiner blijven, minder snel groeien en hun botten kunnen makkelijker breken of een andere vorm krijgen. Ook op latere leeftijd kunnen deze ziektes ontstaan.
  • Musculaire torticollis. Dit is een afwijking waarbij de halsspieren aan één kant te kort zijn. Hierdoor kunnen het hoofd en de nek van een kind scheef gaan staan. Het hoofd wordt daardoor altijd meer naar één kant gehouden. Een torticollis kan aangeboren zijn of later ontstaan.
  • Lagere spierspanning van de nekspieren. Dit noem je hypotonie en komt bijvoorbeeld voor bij het syndroom van Down.
  • Verminderde beweging in de nek. Bijvoorbeeld bij het Klippel-Feil syndroom. Bij dit syndroom zijn twee of meer nekwervels aan elkaar gegroeid.

Kan je het voorkomen?

Bij de meeste baby’s is de voorkeurshouding of rugligging de oorzaak van een afgeplat hoofd. Hier kan je zelf invloed op hebben. Je kan het platte hoofd op de volgende manieren voorkomen en minder maken.

  • Draag je baby in een draagdoek. Door regelmatig een draagzak of draagdoek te gebruiken is het achterhoofd van je kind vrij. Doordat er geen druk is op de schedel wordt de kans op een plat hoofd kleiner.
  • Draai het hoofd van je baby tijdens het slapen. Als je kind een voorkeurshouding heeft, kan je het hoofd af en toe naar de andere kant draaien. Zo wordt de druk weer beter verdeeld en kan de schedel weer gelijk worden aan beide kanten.
  • Geef je baby tummy time. Leg je kleine al in de eerste weken na de geboorte ongeveer drie keer per dag op de buik. Laat je baby één tot vijf minuten op deze manier liggen. Later kan je dit uitbreiden. Door deze tummy-time ontwikkelt je kind sterke nekspieren en is het hoofd vrij. Let goed op en blijf bij je baby!
  • Wissel zoveel mogelijk van houding met je kind. Bijvoorbeeld tijdens het verzorgen, het wiegen en het voeden. Krijgt jouw kind (ook) flesvoeding? Dan kan je je baby ook op de rug op je gestrekte bovenbenen leggen, terwijl je jouw voeten laat steunen op een tafel of kruk.
  • Hang speelgoed aan de niet-voorkeurskant. Leg speelgoed of andere interessante voorwerpen aan de kant van je baby waar niet de voorkeur naar uitgaat. Zorg ervoor dat de voorkeurskant zo saai mogelijk is, zodat je baby het liefst naar de andere kant wil kijken.

Plagiocephalie die voor of tijdens de geboorte ontstaat, kan je niet tegenhouden. Je kan er namelijk niks aan doen als het hoofd van je baby in de baarmoeder vervormt of als er iets gebeurt tijdens de bevalling. Wel kan de vervorming minder worden door de tips hierboven.

Baby met plagiocephalie
Door tummy time komt er geen druk op de schedel en is er minder kans op plagiocephalie.

Herstelt een afgeplat hoofdje?

Heeft jouw kind toch plagiocephalie gekregen? Maak je dan geen zorgen. Meestal verdwijnt het vanzelf wanneer je kind meer op de buik en minder op de rug gaat liggen. Een behandeling is vaak niet nodig.

Behandelingen van plagiocephalie

Blijft je kind een afgeplat hoofd houden en ben je er ongerust over? Neem dan contact op met je huisarts. Soms is het nodig dat je kind naar een fysiotherapeut gaat. Dit kan vaak al snel helpen. Bij sommige oorzaken kunnen andere behandelingen nodig zijn, bijvoorbeeld helmtherapie of zelfs een operatie. De meeste behandelingen hebben het meeste effect in het eerste jaar.

Fysiotherapie

Een kinderfysiotherapeut kan helpen een plat achterhoofd minder te maken. Bijvoorbeeld door de motorische ontwikkeling van je kind te verbeteren. Hierdoor kan de voorkeurshouding minder worden en dat zorgt voor minder afplatting. Verder geeft de fysiotherapeut tips over de houding van je baby, bijvoorbeeld bij het slapen, verzorgen, voeden en spelen. Ook kan hij of zij een PCM-meting uitvoeren. Deze meting kan laten zien hoe erg de vervorming is. Door deze meting na een aantal weken te herhalen, kan je zien of de therapie geholpen heeft.

Helmtherapie

Bij sommige vormen van plagiocephalie is helmtherapie nodig. Zo’n behandeling noem je ook wel helmtherapie of helmorthese. Je kind draagt dan een helm die speciaal op maat gemaakt is. In die helm zit een ring die de groei van de schedel stuurt. Zo kan de afgeplatte kant weer ronder worden. Deze behandeling kan starten als je kind 5 of 6 maanden oud is. Meestal stopt de therapie als je kind 1 jaar is.

Een operatie

Heeft jouw kleine een erge vorm van plagiocephalie door een aangeboren afwijking? Dan is het soms nodig dat je kind één of meerdere operaties krijgt.

Gevolgen van plagiocephalie

Baby’s met plagiocephalie kunnen goed behandeld worden, ook de zwaardere vormen. Bijna alle kinderen met plagiocephalie ontwikkelen zich net als kinderen zonder plagiocephalie. De afplatting zelf heeft dus meestal geen gevolgen. Afhankelijk van de oorzaak van de plagiocephalie kunnen er wel verschillende gevolgen zijn. Bij een afgeplat hoofd door positie is dit niet zo, maar bij sommige lichamelijke oorzaken wel.

Cosmetische gevolgen

Heel soms heeft plagiocephalie cosmetische gevolgen. Een afplatting aan de zijkant kan namelijk leiden tot een verschuiving van de oren: een van de oren schuift dan iets naar voren. Ook kan de afvlakking zichtbaar worden in het gezicht.

Auteur Eline de Wit

Logo Picnic
In samenwerking met

Picnic helpt een handje

Van de lekkerste recepten tot je dagelijkse boodschappen en alles van de drogist. Picnic bezorgt het allemaal gratis tot aan je deur. Bespaar tijd en gesjouw!

Download de gratis app