Baby met schisis wordt door ouders vastgehouden

Schisis is een aangeboren gezichtsafwijking die bij ongeveer 1 op de 1.000 baby's voorkomt. Je kindje heeft dan een spleet in de bovenlip, kaak of het gehemelte. Schisis kan goed behandeld worden, maar kan toch wat problemen met zich meebrengen.

Wat is schisis?

Bij schisis wordt vaak gedacht aan een spleet in de bovenlip, maar de aandoening kan in verschillende vormen en combinaties voorkomen. In de volksmond wordt nog weleens het woord hazenlip gebruikt, maar dit kan als beledigend worden ervaren. Daarom kan je beter spreken over schisis.

Verschillende soorten schisis

Een schisis kan in verschillende vormen voorkomen. Bijna alle vormen zijn goed te behandelen. De manier waarop dit gedaan wordt, hangt af van de vorm die bij jouw kindje heeft. Soms zijn er meerdere behandelingen nodig om de spleet of spleten dicht te maken.

De verschillende vormen van schisis zijn:

Lipspleet

Een lipspleet kan aan één kant van het gezicht zitten, maar ook aan allebei de kanten (een dubbele schisis). Bij een volledige lipspleet loopt de spleet vanaf de lip door tot in de neus. Bij een onvolledige lipspleet splijt alleen de lip.

Kaakspleet

Een kaakspleet komt altijd voor in combinatie met een lipspleet. Naast een gespleten lip is dan ook een deel van de bovenkaak gespleten. Ook een kaakspleet kan aan beide kanten van het gezicht zitten. Net als de lipspleet kan de kaakspleet volledig of onvolledig zijn.

Gehemeltespleet

Een gehemeltespleet kan op veel verschillende manieren voorkomen. De spleet kan in het harde of het zachte deel van het gehemelte zitten. Maar de spleet kan ook doorlopen van het harde naar het zachte deel. Ook kan een combinatie van lip-, kaak- en gehemeltespleet voorkomen.

De verschillende soorten schisis kunnen in meerdere combinaties voorkomen. Het is dus mogelijk dat je kindje alleen een spleet in het zachte gehemelte heeft. Maar het kan bijvoorbeeld ook voorkomen, dat je baby rechts een onvolledige lipspleet heeft, en links een volledige lip-kaakspleet.

Hoe ontstaat schisis?

Het is onbekend hoe een schisis precies ontstaat. Het ontwikkelt zich al vroeg in de zwangerschap. Het gezichtje van de baby vormt zich tijdens de zesde tot twaalfde week. Het weefsel van het gezicht groeit als het ware naar elkaar toe, en vormt zo de lippen, kaken en het gehemelte. Als dit niet netjes aan elkaar vastgroeit, kunnen hier spleten ontstaan.

Er zijn geen speciale tests om schisis tijdens de zwangerschap te ontdekken. Bij een 20-wekenecho is een lip- of kaakspleet vaak wel te zien. Ook kan een gehemeltespleet via uitgebreide echoscopie opgespoord worden.

Er zijn een paar risicofactoren die mogelijk een rol spelen bij het ontstaan van een schisis. Een precieze oorzaak is vaak niet aan te wijzen.

Mogelijke risicofactoren zijn:

  • Roken en/of drinken tijdens je zwangerschap
  • Gebruik van bepaalde medicijnen tijdens de zwangerschap, bijvoorbeeld tegen epilepsie
  • Een zwangerschap terwijl je lijdt aan diabetes
  • Een onderliggend symdroom
  • Erfelijkheid: er is mogelijk een grotere kans op een schisis als het voorkomt in de familie. Vaak gaat dit samen met een onderliggend syndroom.

Het voorkomen van schisis is niet mogelijk. Wel wordt het sterk aangeraden om extra foliumzuur te slikken vanaf het moment dat je probeert zwanger te worden. Hier kan je al mee beginnen zodra je bent gestopt met eventuele anticonceptie. Het slikken van foliumzuur verkleint de kans op schisis.

Bijkomende problemen

Schisis kan voor verschillende problemen zorgen:

  • Problemen met het voeden. Kinderen met een gehemeltespleet hebben meestal moeite met aan de borst drinken door gebrek aan zuigkracht. Bij een lip- of kaakspleet is borstvoeding meestal wel mogelijk.
  • Problemen met het gehoor. Het zachte gehemelte staat in verbinding met het middenoor. Als er in het gehemelte een spleet loopt, kan het vocht achter het middenoor niet goed weglopen. Hoopt dit vocht zich achter het middenoor op? Dan kan je kindje gehoorproblemen krijgen of een middenoorontsteking oplopen.
  • Problemen met de spraak. Als je kindje gaat praten, kan hij door schisis bepaalde klanken minder goed maken. Dit probleem is vooral aanwezig bij een gehemeltespleet.

Hoe ga je ermee om als je kindje schisis heeft?

Als je baby geboren wordt met een lip-, gehemelte- of kaakspleet kan dat even schrikken zijn. Je arts kan je helpen om hier op een goede manier mee om te gaan. Daarnaast hebben de meeste ziekenhuizen een zogenaamd schisisteam. Dit bestaat uit verschillende specialisten die jou en je kindje helpen om een goede start te maken. Zij blijven je zolang begeleiden als nodig is.

In het begin zijn er vaak een aantal aanpassingen nodig. Houd er rekening mee dat je kindje extra hulp nodig heeft bij de borstvoeding. Een lactatiekundige kan je hierbij helpen.

Als voeden aan de borst niet lukt, kan je gebruikmaken van een speciaal Habermanflesje. De speen heeft een extra lange hals, en door te knijpen spuit je de melk het mondje van je baby in. Zo krijgt je baby toch genoeg melk binnen om goed te groeien.

Schisis behandeling

Een schisis is meestal goed te behandelen. Met één of meerdere operaties kan een chirurg de spleet (of spleten) sluiten. Wanneer dit precies gebeurt, ligt aan de ernst van de schisis, de groei van je kindje en de behandelmethode van de arts.

Een lip- of gehemeltespleet wordt meestal geopereerd door de plastisch chirurg, een kaakspleet door de kaakchirurg. Bij een gehemeltespleet worden vaak ook nog buisjes in het trommelvlies geplaatst. Dit klinkt misschien heftig. Toch gaat het gelukkig meestal om een kleine ingreep zonder ernstige risico’s.

Na de operatie(s) kan het gezichtje van je kindje er heel anders uitzien. Je zult merken dat voeden een stuk makkelijker zal gaan. Uiteindelijk zal er alleen een litteken achterblijven. Sommige kinderen met schisis hebben op latere leeftijd nog hulp van een logopedist of hoorspecialist nodig. Ook is bij het gebit van kinderen met een kaakspleet vaak een beugel nodig.