Kinderen en ouders vieren Pinksteren op de Vrije school

Gaat je kindje binnenkort naar school? Dan wil je waarschijnlijk graag de beste vorm van onderwijs voor hem kiezen. Een van de onderwijsvormen die in Nederland bestaan, is de vrije school. Hoe ziet het onderwijs er hier uit en wat zijn de verschillen met een gewone basisschool?

Wat is de vrije school?

De vrije school is een vorm van ‘algemeen bijzonder onderwijs’. Dat betekent dat ze lesgeven volgens een bepaalde onderwijsmethode. vrijeschoolonderwijs is gebaseerd op de antroposofie. Binnen deze filosofie wordt de mens gezien als geheel. Het gaat niet alleen om je denkvermogen, maar ook om je creativiteit, sociale ontwikkeling en lichamelijke vorming. Deze blijf je voortdurend ontwikkelen. Daarom ligt in het onderwijs de nadruk niet alleen op denken, maar ook op voelen en maken. Er is veel aandacht voor sociale ontwikkeling en creatieve vakken.

De antroposofie verdeelt de ontwikkeling van een mens in fases van ongeveer zeven jaar. Binnen die fases is je kindje steeds toe aan andere uitdagingen. Zo wordt er bij de kleuters alleen nog maar gespeeld. Rekenen en lezen leer je op de vrije school pas tijdens het leerjaar in groep 3.

Een dag op de vrije school

Een dag op de vrije school begint met het begroeten van de docent. Dit doen kinderen vanaf de kleuterklas met het geven van een hand. Voordat de lessen beginnen, zeggen alle leerlingen gezamenlijk een spreuk op. Dit heeft als doel om de dag samen te beginnen.

De kleuters besteden een groot deel van de dag aan vrij spelen. Daarnaast zijn er dagelijks kringgesprekken en handwerktaakjes. Denk hierbij aan weven, breien en tekenen. Het is gebruikelijk dat alle kinderen op school ‘overblijven’ tijdens het middageten.

Vanaf groep 3 krijgen leerlingen periodeonderwijs. In blokken van drie tot vier weken is er tijdens het hoofdblok van de dag aandacht voor een specifiek onderwerp. Dit kan een rekenperiode zijn, waarin bijvoorbeeld het metrisch stelsel centraal staat. Daarnaast zijn er ook periodes die meer over praktische zaken gaan, zoals het leven op de boerderij.

Naast het periodeonderwijs is er ruimte voor vakken als handwerken, muziek, houtbewerking, Engels, Duits, Frans en gymnastiek. Speciaal voor de vrije school is het vak euritmie. Dit is een bewegingsvorm waarbij kinderen zich leren uitdrukken door middel van dans, ritme en hun fantasie.

Verschillen tussen vrije school en gewoon onderwijs

De meeste vrije scholen toetsen inmiddels op dezelfde manier als binnen het gewone onderwijs gedaan wordt. Vroeger duurde de basisschool in het antroposofische onderwijs bijvoorbeeld een jaar langer. Je kind ging dan pas na groep 9 naar de middelbare school. Inmiddels gebeurt dat vrijwel nergens meer.

Toch zijn er nog een aantal grote verschillen tussen het vrijeschoolonderwijs en de gewone basisschool:

  • Extra vakken. Naast de standaard schoolvakken, krijgt je kind op de vrije school ook creatieve vakken als houtbewerking en muziek. Ook is er meer aandacht voor vreemde talen, al vanaf groep 3.
  • Veel feesten. Je kind zal deelnemen aan verschillende jaarfeesten. Deze hangen samen met de seizoenen en hebben elk hun eigen betekenis. Zo laten leerlingen tijdens Sint Michaël hun moed zien, door de strijd met een draak aan te gaan.
  • Andere termen. Een aantal schooltermen zijn anders op de vrije school. Juffen worden juffie genoemd. Ook gaat je kind niet naar groep 3, maar naar de eerste klas.
  • Leerkracht gaat mee met klas. In het gewone onderwijs krijgen kinderen vaak elk jaar een nieuwe docent. Op de vrije school is het de gewoonte dat de leerkracht van groep 3 tot groep 8 bij dezelfde klas blijft.
  • Minder toetsen. In de antroposofie wordt weinig gekeken naar cijfers. Er zijn daarom minder toetsen. Op het rapport krijgt je kind geen punt, maar een kort verhaaltje over zijn ontwikkeling. Veel vrije scholen werken tegenwoordig wel met het leerlingvolgsysteem van Cito. Meestal hoort de grote eindtoets hier ook bij, of wordt er een vergelijkbaar alternatief geboden. Verder zal je weinig proefwerken meemaken op de antroposofische basisschool.
  • Langer kleuteren. Omdat de ontwikkeling volgens de antroposofie in stappen van zeven jaar gaat, is het gebruikelijk dat kinderen langer kleuteren. Zij gaan naar groep 3 in het jaar dat ze 7 worden.
  • Aandacht voor mythologie. Bij ieder leerjaar hoort in de antroposofie een nieuwe verhalenreeks uit de mythologie. Zo leren kinderen in groep zes bijvoorbeeld alles over de Noorse mythen en sagen. In groep vijf wordt juist de Christelijke Bijbel behandeld. Je kind zal dus uitgebreider en diverser levensbeschouwingsonderwijs krijgen dan op een gemiddelde school.

Aansluiting op de middelbare school

Na de basisschool kan je kind verdergaan naar de bovenbouw van de vrije school. Vrijwel alle grote steden bieden een antroposofische middelbare school aan.

De aansluiting naar het reguliere voortgezet onderwijs is ook mogelijk. Omdat op de vrije school met het leerlingvolgsysteem van Cito wordt gewerkt, krijgt je kind alle kennis mee die nodig is om goed aan te sluiten. Wel kan het even wennen zijn, omdat de manier van lesgeven anders is.

Waar kan je rekening mee houden?

Bij de keuze van een school voor je kindje zijn er altijd verschillende overwegingen. Wil je graag dat je kindje naar de vrije school gaat? Dan is het vooral belangrijk om te kijken of deze onderwijsvorm en de school van je keuze bij hem passen. Daarnaast kan je de volgende punten in gedachten houden.

  • Klassikale aanpak. Het onderwijs op de vrije school is voornamelijk klassikaal. Hierdoor kan het lastig zijn voor kinderen die boven of onder het gemiddelde zitten om mee te komen. Veel scholen bieden hiervoor extra begeleiding, maar sommige vrije scholen willen dat elk kind in hetzelfde ritme leert. Heb je interesse in een school? Bezoek deze dan van tevoren en kijk wat er aangeboden wordt.
  • Leefstijl. De filosofie achter de vrije school geldt niet alleen op school. Het is een levensvisie waar je ook thuis mee te maken zal hebben. De meeste scholen zijn mild in de leer, maar sommige antroposofen zijn erg terughoudend met bijvoorbeeld in vaccineren of technologie. Dit past niet bij iedereen.
  • Hogere kosten. Over het algemeen betaal je meer schoolgeld voor vrijeschoolonderwijs dan voor een gewone basisschool. Bij veel antroposofische scholen hangt je bijdrage af van je inkomen.
  • Extra reistijd. Vrije scholen zijn zeldzamer dan reguliere basisscholen. Het kan dus voorkomen dat je verder moet reizen om je kind naar een antroposofische school te brengen.
  • Grote betrokkenheid van ouders. Er zijn op de vrije school veel verschillende jaarfeesten en creatieve projecten waar je kind aan meedoet. Daarom is het vaak nodig dat ouders komen helpen. Dit is handig om van tevoren te weten, zodat je kan nadenken of je hier tijd voor hebt.
  • Verhalende lesstijl. Op de vrije school wordt veel gebruik gemaakt van verhalen en beelden. Zo leren kinderen het alfabet op basis van verhalen. De letter K staat bijvoorbeeld voor een Koning. Leerlingen horen eerst een verhaal, tekenen dan een koning en leren uiteindelijk om de letter te schrijven. Deze manier van leren moet passen bij je kindje om goed te werken.

Andere vormen van algemeen bijzonder onderwijs

Benieuwd naar andere vormen van vernieuwingsonderwijs? Lees meer: