Vrouw is overtijd en wacht op baby

Wanneer je langer dan 42 weken zwanger bent, ben je overtijd. Dit wordt ook wel serotiniteit genoemd. Overtijd zijn kan voor enkele risico’s zorgen. Welke risico’s zijn dit? En hoe vergroot je de kans dat je kindje zich spontaan aandient?

Wat is serotiniteit?

Serotiniteit is een medische term die ‘overdragenheid’ betekent. Dit houdt in dat je langer dan 42 weken zwanger bent. Na 41 weken zwangerschap is er sprake van naderende serotiniteit. Dit komt voor bij ongeveer 20% van de zwangeren. Een klein gedeelte (2-5%) van hen bevalt na 42 weken. In dat geval ben je ‘overtijd’, oftewel serotien.

De volgende factoren vergroten de kans op serotiniteit:

  • Je uitgerekende datum is verkeerd berekend
  • Je bent eerder van een serotien kindje bevallen
  • Er is sprake van genetische aanleg voor serotiniteit
  • Je kindje heeft een aangeboren afwijking die de kans op serotiniteit vergroot, zoals bepaalde stofwisselingsziektes
  • Je bent nog niet eerder zwanger geweest en/of hebt nog niet eerder een kindje gebaard
Logo Picnic
In samenwerking met Picnic

Teriyaki-gehaktballetjes met broccoli en rijst

Recept van de week! Sticky oosterse balletjes met gewokte knoflookbroccoli en bosui. Lekker, gezond en snel klaar!

Bekijk recept

Risico’s van serotiniteit

Aan het begin van je zwangerschap berekent je verloskundige, huisarts of gynaecoloog je uitgerekende datum. De meeste bevallingen vinden plaats in de drie weken vóór tot twee weken na deze datum. Wanneer je buiten deze termijn bevalt, brengt dit risico’s met zich mee. Bij een bevalling voor 37 weken komt je kindje te vroeg ter wereld. Dit wordt prematuriteit genoemd en gaat, afhankelijk van de zwangerschapsduur, vaak samen met medische problemen.

Na 42 weken zwangerschap kan serotiniteit voor de volgende gezondheidsrisico’s zorgen:

  • De placenta kan minder goed gaan werken. Wanneer je overtijd bent, raakt de placenta minder goed doorbloed. Hierdoor wordt de kans groter dat deze onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen levert aan je kindje.
  • De hoeveelheid vruchtwater wordt minder. Wanneer de placenta minder goed werkt, bestaat de kans dat je baby minder gaat plassen. Hierdoor vermindert de hoeveelheid vruchtwater en kan je kindje minder goed groeien.
  • Er kan ontlasting in het vruchtwater komen. Na 40 weken wordt de kans op meconium in het vruchtwater groter. Dit kan infecties en ademhalingsproblemen veroorzaken bij je baby.
  • De kans op een hoog geboortegewicht is groter. Hoe langer de bevalling op zich laat wachten, hoe langer je kindje groeit in je buik. Dit vergroot de kans op een grote baby, ofwel macrosomie.
  • De kans op een langdurige bevalling is groter. Soms zorgt serotiniteit voor minder krachtige weeën tijdens de bevalling, waardoor deze langer duurt.
  • Het verhoogt de kans op een kunstverlossing. Wanneer je baby groter is dan gemiddeld, is de kans op een keizersnede of bevallen met behulp van een vacuümpomp of verlostang groter.
  • Het verhoogt de kans op schouderdystocie. Dit betekent dat tijdens de bevalling een schouder van je baby blijft haken achter je schaambeen. Je baby heeft dan meer ruimte nodig. Een andere pershouding en een knip kunnen hiervoor zorgen. Als dit niet helpt, kan een keizersnede nodig zijn.
  • Er is een kleine kans dat je baby zuurstoftekort oploopt. In zeldzame gevallen krijgen serotiene baby’s door een moeizame bevalling of ontlasting in het vruchtwater te maken met zuurstoftekort. Dit kan de hersenen en andere organen beschadigen.
  • Na de bevalling kan overmatig bloedverlies optreden. Wanneer je van een erg grote baby bevalt, kan je na de bevalling meer bloeden dan normaal. Ook een kunstverlossing is hier een mogelijke oorzaak van.

Wat te doen als je overtijd bent?

Wanneer je langer dan 41 weken zwanger bent, houdt de verloskundige of gynaecoloog je gezondheid en die van je baby goed in de gaten. Dit doet hij of zij om de kans op gezondheidsproblemen bij jou en je baby zo klein mogelijk te houden. Sommige verloskundigen dragen je na 41 weken zwangerschap over aan de gynaecoloog voor verdere begeleiding. Andere verloskundigen doen dit pas bij 42 weken.

Tussen week 41 en week 42 heb je een of twee extra controles in het ziekenhuis. Hierbij wordt de hartslag van je baby gecontroleerd en wordt met een echo de hoeveelheid vruchtwater gemeten. Zo kan de gynaecoloog of verloskundige zien of het goed gaat met je baby.

Wanneer blijkt dat alles goed gaat, kan je ervoor kiezen om tot 42 weken af te wachten of de bevalling spontaan op gang komt. Er is dan geen reden om aan te nemen dat de bevalling in gang zetten beter is voor je kindje. Je blijft wel onder controle bij je verloskundige. Kies je ervoor om te wachten? Blijf dan goed in de gaten houden of je je baby goed voelt bewegen in je buik. Neem contact op met je verloskundige wanneer dit niet zo is of wanneer je hierover twijfelt.

Wanneer niet wachten?

Soms is het beter om niet te wachten tot de bevalling spontaan op gang komt. Hier is sprake van als de gezondheid van je kindje of die van jezelf in gevaar komt. De gynaecoloog adviseert je dan dringend om tot inleiden over te gaan. De volgende symptomen kunnen een reden zijn om de bevalling in te leiden:

  • Je voelt minder leven
  • De navelstreng is onvoldoende doorbloed
  • De hartslag van je baby raakt verstoord
  • Er is te weinig vruchtwater
  • Je hebt een verhoogde bloeddruk
  • Je bent langer dan 42 weken zwanger

Er zijn verschillende manieren om de bevalling in gang te zetten. Afhankelijk van je zwangerschapsduur en lichamelijke factoren kan dit op de volgende manieren: strippen, vliezen breken of inleiden.

Strippen

Wanneer je de 40 weken ruim gepasseerd bent, kan je verloskundige of gynaecoloog de bevalling proberen op te wekken door je te strippen. Hierbij maakt hij of zij de vliezen van de vruchtzak los van de wanden van je baarmoeder. Je lichaam maakt hierdoor het stofje prostaglandine aan. Dit hormoon maakt de baarmoedermond ‘rijper’ voor de bevalling en kan weeën opwekken. Zo wordt de kans op een spontane bevalling groter.

Vliezen breken

Ben je bijna 42 weken zwanger en heb je al een beetje ontsluiting? Dan is het mogelijk om je vliezen te laten breken door de verloskundige of gynaecoloog. Het vruchtwater stroomt dan weg, waardoor het hoofdje van je baby makkelijker tegen de baarmoedermond kan drukken. Bij 60 tot 80% van de vrouwen brengt dit de weeën op gang.

Inleiden

Om te voorkomen dat je kindje in gevaar komt in de baarmoeder, is het soms beter dat je bevalling ingeleid wordt. Dit betekent dat deze kunstmatig op gang wordt gebracht. Is tijdens een controle bij 41 weken te zien dat je kindje in nood is? Dan kan de arts of verloskundige besluiten om je in te leiden. Dit gebeurt ook als de bevalling na het breken van de vliezen nog niet spontaan op gang komt en je de 42 weken gepasseerd bent. Als je ingeleid wordt, kom je onder begeleiding van de gynaecoloog. Je bevalt dan dus in het ziekenhuis.

Bevallen en overtijd zijn

Wanneer je bevalling voor 42 weken zwangerschap spontaan op gang komt, kan je zelf kiezen of je thuis of in het ziekenhuis wil bevallen. Bij een zwangerschapsduur van 42 weken of langer is het beter om in het ziekenhuis te bevallen. De gezondheid van je baby wordt dan in de gaten gehouden met behulp van een CTG-apparaat. Dit apparaat meet de hartslag van je baby. Als de arts of verloskundige merkt dat de gezondheid van je kindje achteruitgaat, kan deze ingrijpen. Gaat na de bevalling alles goed met jou en je baby? Dan mogen jullie nog dezelfde dag of de volgende ochtend naar huis.

Overtijd zijn en bevallingsverlof

Tijdens je zwangerschap en na je bevalling heb je recht op minimaal 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Je mag zelf kiezen of je verlof 4, 5 of 6 weken voor je uitgerekende datum ingaat. Na je bevalling heb je recht op minimaal 10 weken verlof. Wordt je baby na je uitgerekende datum geboren? Dan kan je de dagen tussen je uitgerekende datum en de geboorte optellen bij de termijn van 16 weken. Je hebt dan dus langer recht op verlof, omdat deze dagen erachteraan geplakt worden.

Tips wanneer je overtijd bent

De volgende tips kunnen je helpen om de laatste loodjes van je zwangerschap goed door te komen.

  • Blijf zoveel mogelijk in beweging. Door dagelijks een wandeling te maken of yoga-oefeningen te doen, blijf je fit. Een fit lijf helpt je tijdens de bevalling en bij het herstel na de bevalling.
  • Probeer je bevalling zelf een duwtje in de rug te geven. Ben je het wachten beu? Dan kan je proberen om zelf de bevalling op te wekken. Een vrijpartij of stimulatie van je tepels zou mogelijk kunnen helpen. Maar het is ook begrijpelijk als je daar nu even geen zin in hebt.
  • Leid jezelf af door bezig te blijven. Probeer de tijd voor de bevalling te benutten door wat laatste klusjes te doen. Kook bijvoorbeeld vooruit en vries maaltijden in, zodat je de eerste weken wat minder vaak aan koken hoeft te denken. Of haak nog snel even dat babydekentje af. Zo gaat de tijd een stuk sneller.
  • Geniet nog even van de rust. Je kijkt er waarschijnlijk enorm naar uit om eindelijk je kindje te ontmoeten. Probeer ook nog even te genieten van de rust. Lees een boek, kijk een serie of hang de hele avond met een vriendin aan de telefoon. Dit helpt je om goed uitgerust aan de zware klus die bevallen heet te beginnen.