Zindelijkheidstraining: 11 tips om je peuter succesvol zindelijk te maken

Tip 1: begin op een rustig moment

Je kindje kan zindelijk worden vanaf ongeveer 18 maanden. Kies een rustig moment uit om te beginnen met de zindelijkheidstraining. De vakantie is daar een goed moment voor, omdat je dan alle tijd hebt. Ook kan je goed een routine aanhouden als je niet allerlei verplichtingen hebt.

Houd daarnaast rekening met verschillende omstandigheden. Het is niet handig om te beginnen tijdens een verhuizing, of als er net een broertje of zusje geboren is. Het gebeurt regelmatig dat kinderen die al zindelijk zijn na een ingrijpende gebeurtenis een terugval krijgen. Zorg dat de zindelijkheidstraining ontspannen kan verlopen.

Tip 2: maak de zindelijkheidstraining leuk

Je peuter zal niet zomaar op het potje gaan zitten. Het helpt om het een beetje leuk te maken. Koop een leuk potje en zet het op een duidelijk zichtbare plek, bijvoorbeeld in de woonkamer. Er bestaan allerlei grappige, avontuurlijke potjes, die bijvoorbeeld applaus geven als er iets in komt. Het kan ook leuk zijn om het potje in de wc te zetten en samen te gaan plassen.

Het kan ook leuk zijn om boekjes voor te lezen die gaan over zindelijkheidstraining en op het potje gaan. Hiervan zijn er talloze voorbeelden in de bibliotheek of boekhandel. Ook zijn er speciale liedjes om te zingen die over het onderwerp gaan waar jullie nu zoveel mee bezig zijn.

Moedig je kindje vol enthousiasme aan. Zo maak je hem duidelijk dat het goed is om op het potje te gaan. Ook moedigt het je peuter aan om dit gedrag vol te houden. Het is tenslotte altijd leuk om toegejuicht te worden.

Tip 3: wees mild

Je peuter is niet van de ene op de andere dag zindelijk. Dat gaat met vallen en opstaan. Wees niet te streng, het is normaal dat je kindje af en toe een terugval heeft. Frustratie en straf werken averechts, omdat ze stress opleveren. Leg rustig nog eens uit waar het potje voor bedoeld is. Je peuter zal het vanzelf leren.

Wees ook mild voor jezelf. Er zijn op internet veel verhalen van ouders die hun kinderen binnen drie dagen leerden om zindelijk te zijn. Als dat gebeurt, is het mooi meegenomen. Maar je bent ook nog steeds een goede ouder als het bij jouw kindje langer duurt. Het is geen wedstrijd! Ieder kindje ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. De een leert sneller praten, de ander zit eerder op het potje.

Tip 4: wees consequent

Maak een routine van op het potje gaan. Kies vaste momenten. Na het slapen en na het eten zijn hiervoor geschikte momenten, omdat je peuter dan doorgaans naar de wc moet. Maak van het potje de standaard. Als je kindje aangeeft dat hij moet plassen, zet hem dan op het potje. Ook als jullie nét lekker aan tafel zitten.

Als je kleine telg naar het kinderdagverblijf gaat, spreek hier dan af dat ze dezelfde routine aanhouden. Ook als opa en oma een keer oppassen of als jullie een dagje uit zijn, is het slim om de vaste momenten van thuis zoveel mogelijk aan te houden.

Tip 5: geef het goede voorbeeld

Maak er geen mysterie van als je zelf naar de wc gaat. Grote kans dat je kleine al vaker achter je aan is gedrenteld. Maak daar gebruik van. Je peuter leert veel door jou na te doen. Als hij ziet dat het op de wc gezellig kan zijn, zal hij ook zelf eerder die stap willen zetten.

Je kan ook een wc-brilverkleiner aanschaffen. Dit is een soort extra wc-bril, maar dan met een kleiner gat. Zo kan je kindje op de ‘grotemensen-wc’ zitten, zonder erin te vallen. Als je peuter zijn zindelijkheidstraining op de wc doet, denk dan ook aan een opstapje. Dat is ook gelijk handig als hij zijn handjes moet wassen.

Tip 6: kies de juiste methode

Er zijn veel verschillende methodes te vinden om je kindje te helpen met zindelijk worden. De meeste methodes komen ongeveer op hetzelfde neer: communiceer helder met je kind, houd een vaste routine aan en laat de luier zoveel mogelijk uit.

Sommige methoden werken met beloningen. Zo kan je een stickerbord maken, waarop elke keer dat je peuter op het potje gaat een sticker geplakt mag worden. Bij twintig stickers kan je bijvoorbeeld een klein cadeautje geven. Dit motiveert je kindje en houdt het leuk om het potje te gebruiken.

Kies een methode die goed bij jullie gezinssituatie én je kindje past. Als je overdag vaak aan het werk bent, kies dan voor een methode die wat minder intensief is. Het kan iets langer duren voordat je kindje zindelijk is, maar verloopt wel minder stressvol voor jou en je peuter.

Tip 7: maak je peuter bewust

Zodra je bent begonnen met zindelijk worden, kan je beginnen met het tot vervelens toe vragen of je kindje moet plassen. Hierdoor leert je peuter sneller om het verband te leggen tussen het gevoel van een volle blaas en ‘buikpijn’, en naar het potje gaan.

Je kan je kleine ook bewust maken door hem te laten voelen dat een natte broek vervelend is. Je kan bijvoorbeeld een onderbroekje onder de luier aandoen. Daardoor voelt je kindje beter dat zijn broek nat is. Het idee hierachter is dat je kleine zelf gemotiveerd raakt om zindelijk te worden. Je hoeft hem natuurlijk niet lang rond te laten lopen met zijn natte broekje, het gaat er alleen om dat je kindje het bewust merkt.

Tip 8: heb geduld

Tegen de tijd dat je kindje zindelijk is, heb jij al ongeveer 8.000 luiers verschoond. Het is dus niet zo gek als je daar inmiddels weleens vanaf wil. Ieder kindje leert echter op zijn eigen tempo. Er zijn methodes die beloven dat je kindje binnen een week zindelijk is. Soms is dat ook zo, maar ieder kind is uniek en in de praktijk kan het best een paar maanden duren.

Ook tegenslagen horen erbij als je kindje zindelijk wordt. Die helpen ook weer bij het leren. Maak je je echt zorgen dat het te lang duurt? Neem dan eens contact op met je consultatiebureau of de huisarts. Grote kans dat er niks ernstigs aan de hand is en dat ook jouw kleine dondersteen gewoon zindelijk gaat worden.

Tip 9: neem extra kleding mee

‘Ongelukjes’ horen erbij als je peuter zindelijk leert worden. Dat is niet erg, maar het kan wel vervelend zijn als jullie net bij de speeltuin aankomen of ergens op bezoek zijn. Neem daarom tijdens de zindelijkheidstraining altijd een setje extra (onder)kleding mee voor je peuter. Dan zijn ongelukjes zo opgelost en hoeft je kindje zich niet te schamen als het een keertje niet is gelukt om op tijd naar het potje te gaan.

Tip 10: plan extra wc-bezoekjes in

Als je een uitje hebt, ga dan van tevoren altijd nog even op het potje. Plan ook als je niet thuis bent extra momenten in om te plassen. Zo verklein je de kans op ongelukjes, waardoor het zelfvertrouwen van je peuter groeit.

Tip 11: pas de kleding van je peuter aan

Nu je peuter leert om zelf naar het potje te gaan als hij aandrang voelt, is het handig als hij dat ook zelf kan. Pas daarom zijn kleding aan. Een rompertje is nu niet zo handig meer. Koop daarom wat normale onderbroeken. Die kan je kindje makkelijker zelf uittrekken als het nodig is. Bovendien zal de kleine zich maar wat stoer voelen. Als je een onderbroek nog een beetje eng vindt, omdat je kleine nog veel ongelukjes heeft, kies dan voor een luierbroekje.

Volg de ontwikkeling van je kind via de peuterkalender >>